Gods Masterplan – deel 3

Mocht je de voorgaande delen nog niet gelezen hebben, dan adviseren we om dat eerst te doen. Klik hier voor deel 1. Onderaan deel 1 vind je de link naar deel 2, enzovoort.

In deel 2 schreven we naar aanleiding van 2 Korintiërs 5:19 het volgende:

Het verduisterde bewustzijn van de mens zal via het Christusbewustzijn vervangen gaan worden door het Godsbewustzijn, waarbij de mens als unieke schepping blijft bestaan, maar zich als God bewust zal zijn. God wil unieke mensen scheppen, die leven vanuit het Godsbewustzijn, waardoor de onderlinge Liefde gegarandeerd is. Een mensheid waarbinnen Gods onvoorwaardelijke Liefde op een volmaakte manier onderling zal stromen. Zie hier het Masterplan van God!

De kwantumfysica heeft de inzichten van de klassieke natuurkunde op haar grondvesten doen schudden. Als we Gods Masterplan zoals hierboven verwoordt als uitgangspunt nemen, dan zal dat ook grote gevolgen hebben voor de klassieke christelijke theologie. In deel 1 en deel 2 is het wereldbeeld, de schepping van de mens en de drie-eenheid al besproken. In dit deel (3) geven we onze visie op de Bijbel en op de toekomst (eschatologie). In deel 4 zullen we stilstaan bij de consequenties voor de wijze waarop we de ‘verlossing’ – een wezenlijk onderdeel binnen de christelijke theologie – moeten duiden. In deel 5 sluiten we af met onze visie op de kerk (ekklesia).

Deel 3 – een nieuw zicht op de Bijbel en de toekomst
In dit deel willen we met het voorgaande in ons achterhoofd, gaan kijken naar drie parallelle verhaallijnen in de Bijbel, te weten:
1) van Abraham tot Jakob (Genesis);
2) van Jozef tot Jozua (Exodus) en
3) van het Hebreeën-volk; vanaf de verbondssluiting (oude verbond) op de berg Sinaï (de wetgeving) tot en met de verwoesting van de tempel in het jaar 70AD, waardoor het oude verbond definitief tot een einde is gekomen.

Naast deze drie verhaallijnen kunnen we nog een vierde parallelle lijn trekken en dat is de geschiedenis die God met de hele mensheid gaat. Het nageslacht van Abraham, het Hebreeën-volk, zou tot zegen zijn voor alle volken op aarde. Deze zegen is met name gelegen in het verloop van de geschiedenis van dit volk, dat als een schaduwbeeld (blauwdruk) gezien kan worden voor de hele mensheid. Daarmee zal de geschiedenis van het volk Israël tot zegen zijn voor alle andere volken. Aan de hand van de vier parallelle (verhaal)lijnen, zullen we dat duidelijk maken.

Hieronder zijn de vier zojuist genoemde parallelle verhaallijnen, inclusief de belangrijkste hoogtepunten, in een schema weergegeven.

Het is aan te raden om dit schema bij het vervolg erbij te houden. Klik hier om het schema in een apart venster te openen en om het eventueel uit te printen.

Uit de eerste drie kolommen van het schema kunnen we opmaken dat de Bijbel (van Genesis t/m Openbaring) primair een boek is van, door en voor het volk van de Hebreeën. Rond de eindtijdrede van Jezus (Matteüs 24) heeft hij meerdere keren te kennen gegeven dat de generatie die toen leefde, alles zou meemaken wat hij had voorzegd (Matteüs 16:28; 23:36; 24:34). Paulus en de andere brievenschrijvers van het nieuwe testament zaten er niet naast met hun zicht op de naderende eindtijd, het laatste der dagen en de dag van de Heer die men destijds spoedig verwachtte. Ook de tijdsaanduidingen in het boek Openbaring bevestigen deze lezing: “want de tijd is nabij.” (Openbaring 1:3) en “Ja, Ik kom spoedig. Amen.” (Openbaring 22:20). Bij het Bijbelse begrip eindtijd gaat het om de laatste dagen van het oude verbond. Jezus verwijst dan ook naar de tempel in Jeruzalem waar geen steen op de andere zou blijven (Matteüs 24:2). Met de verwoesting van de tempel is de offerdienst stil komen te liggen en daarmee is het oude verbond tot een definitief einde gekomen. Alle profetieën uit het oude testament zijn dan ook in die tijd vervuld. Het boek Openbaring is een apocalyptische beschrijving van de eindtijd van het oude verbond. Een vroege datering (vóór 70AD) van Openbaring is dan ook prima te onderbouwen. De Bijbel vormt een gesloten boek, dat gaat over een afgesloten periode in de geschiedenis van de mensheid, waarin het draait om het volk van de Hebreeën en de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk van God, dat destijds (in 70AD) voor een deel van hen werkelijkheid is geworden. De geschiedenis van het Hebreeën-volk mogen we lezen als openbaringsgeschiedenis. Dwars door de geschiedenis van dit volk heeft God zijn plan met de mensheid geopenbaard / onthult.

Op basis van de consistentie in de verhaallijnen, zoals in het schema weergegeven, kunnen we vaststellen dat de komst van de Zoon des mensen (Matteüs 24:30) voor een deel van het Hebreeën-volk en degenen uit de andere volken die tot geloof waren gekomen, heeft plaatsgevonden.

voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.” (2 Timoteüs 4:8)

Het gaat bij deze ‘krans der rechtvaardigheid’ om de opname in heerlijkheid, waarover Paulus in zijn brief aan de gemeente in Tessalonica schrijft. Petrus spreekt in dit verband over de ‘krans der heerlijkheid’ (1 Petrus 5:4). In deel 4 komen we nog terug op het begrip ‘verheerlijking’.

De ‘opname in heerlijkheid’ heeft in 70AD rond de verwoesting van de tempel in Jeruzalem plaatsgevonden. We moeten ons realiseren dat het bij de eindtijdrede van Jezus eveneens om apocalyptisch taalgebruik gaat. Door dit letterlijk te nemen, missen we de boodschap van de profetie die Jezus hier uitspreekt. Het gaat bij de komst van de Zoon des mensen niet om de fysieke verschijning (wederkomst) van Jezus van Nazareth, maar om de verheerlijking van een groep mensen die eerder al tot wedergeboorte waren gekomen. Zij zijn op dat moment het koninkrijk van God binnengegaan.

Als we Paulus mogen geloven zou ‘gans Israël’ behouden worden (Romeinen 11:26). Dat waren in die tijd allen die voor dat moment voorbestemd waren om Gods heerlijkheid binnen te gaan (Romeinen 8:28-30). Het waren degenen die destijds gehoor hebben gegeven aan de oproep van Jezus om zich met het oog op het naderende koninkrijk van God te bekeren (Romeinen 2:28,29; 9:6). Degenen die de verschijning van de Heer hebben liefgehad (2 Timoteüs 4:8). Zij zijn op advies van Jezus bij het naderende onheil de bergen van Judea in gevlucht, alles achterlatende (Matteüs 24:16). Daar hebben zij collectief de ‘komst van de Zoon des mensen’ meegemaakt. Volgens Paulus ging men de Heer (Christus) in de lucht tegemoet (1 Tessalonicenzen 4:15-17). Het ging hier niet om een verplaatsing van mensen omhoog naar een plek ergens boven in het universum, genaamd hemel, maar om de zogenoemde ‘opname in heerlijkheid’. Zij hebben een onsterfelijk (hemels) lichaam aangedaan, waarmee ze het Godsbewustzijn zijn binnengegaan. Daardoor werden ze aan het zicht van het natuurlijke oog onttrokken, net als Jezus van Nazareth tijdens zijn zogenoemde ‘hemelvaart’. Zij vormen de ‘wolk van getuigen’ die nog steeds rondom ons is (Hebreeën 12:1).

Op grond van de drie parallellen die we als een voorafschaduwing (blauwdruk) kunnen zien van de geschiedenis die God met de hele mensheid gaat, mogen we aannemen dat uiteindelijk de gehele mensheid het Godsbewustzijn zal binnengaan. God roept immers alle mensen, niemand uitgezonderd. Alles is uit God, door God en tot God (Romeinen 11:36) en God zal uiteindelijk alles en in allen zijn (1 Korintiërs 15:28). Wat Paulus schrijft over ‘alle knie, die in de naam van Jezus voor God zou buigen’ (Romeinen 14:11; Filippenzen 2:10) wijst ook in deze richting.

Het betreft hier de parallellen in grote lijnen. De drie parallelle verhaallijnen uit de Bijbel kunnen geregeld ook op detailniveau worden doorgetrokken naar de vierde verhaallijn van de hele mensheid. Hierbij is echter wel waakzaamheid geboden. Het laatste wat we zouden moeten doen is op basis van de parallellen gedetailleerde voorspellingen doen over de ‘eindtijd’ van de gehele mensheid. Het gaat in de Bijbel immers specifiek om de geschiedenis van het Hebreeën-volk en niet over een periode die ergens ver in de toekomst ligt. We doen er geen goed aan om de Bijbel als een spoorboekje voor onze tijd te gaan gebruiken. Hoe meer we ons focussen op de details, hoe groter de kans is dat we de grote lijn uit het oog verliezen, door allerlei (mis)interpretaties die de aandacht op gaan eisen en waar christenen zich uren, dagen, maanden en jaren mee bezig kunnen houden. Helaas zien we dat op dit moment rond het coronavaccin wel gebeuren, hetgeen leidt tot sterke polarisatie onder christenen.

Waar we ook oog voor moeten hebben is dat sommige gebeurtenissen in omgekeerde zin terugkomen in de verhaallijn van de gehele mensheid. We zullen hiervan twee voorbeelden geven:

Voorbeeld 1 betreft de verwoesting van de tempel in Jeruzalem die met handen was gemaakt in 70AD. Van deze tempel is geen steen op de andere gebleven, precies zoals Jezus dit had voorzegd (Matteüs 24:2). Onder het nieuwe verbond vormt het Lichaam van Christus het geestelijke huis, waar de gelovigen als levende stenen worden ingevoegd (Efeziërs 2:21; 1 Petrus 2:5). Dit geestelijke huis zal richting het einde steeds verder worden opgebouwd in plaats van afgebroken. We zien hier dus een duidelijke parallel in omgekeerde zin.

Voorbeeld 2 betreft de eindtijd van het oude verbond, waarin de duisternis op aarde sterk toenam. Zal er dan nog geloof gevonden worden op aarde, vroeg Jezus zich af (Lukas 18:8). Hij doelde daarmee op de verwoesting van Jeruzalem in 70AD. Zodra de gehele mensheid echter richting het ‘laatste der dagen’ zal gaan, zal het Licht van Christus juist steeds meer toenemen en de duisternis op aarde uiteindelijk helemaal verdwijnen. Ook hier dus een parallel in omgekeerde zin.

Tot slot van dit deel, nog een mooie parallel tussen het laatste hoofdstuk van Openbaring en de uiteindelijke voltooiing van Gods scheppingsplan.

Klik hier om het schema van de hemelse gewesten nog even te openen.

En God zeide: Dat de wateren onder het gewelf (de 1e en 2e hemelop een plaats samenvloeien en het droge te voorschijn kome; en het was alzo. En God noemde het droge aarde (de eerste aarde), en de samengevloeide wateren noemde Hij zee.” (Genesis 1:9,10)

En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.” (Openbaring 21:1).

Dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt, wil niet zeggen dat de huidige hemel en aarde letterlijk zal verdwijnen en er daarvoor in de plaats een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt. Hetgeen voorbijgaat is de ‘eerste hemel‘ en de ‘eerste aarde‘ en de ‘zee die niet meer zal zijn. Het gaat hierbij om de wereld, zoals we die vanuit het verduisterde bewustzijn waarnemen. Doordat de duisternis in zijn geheel verdwijnt, verdwijnt de hemel en de aarde zoals we die daarvoor vanuit ons verduisterde bewustzijn hebben waargenomen. Dat wordt de ‘eerste hemel’ en de ‘eerste aarde’ genoemd. Christus, de eniggeboren Zoon van de Vader, zal zijn macht overdragen aan de Vader, het Christusbewustzijn maakt deel uit van de wateren onder het uitspansel (de zee) en zal ook niet meer nodig zijn.

Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.” (1 Korintiërs 15:28)

Zodra we het Godsbewustzijn binnengaan zullen we ons een ‘nieuwe hemel’ en een ‘nieuwe aarde’ bewust worden. Deze komen als het ware onder de donkere deken, die door ons verduisterde bewustzijn werd gevormd, vandaan. Deze nieuwe hemel en nieuwe aarde zijn echter al vanaf de grondlegging van de wereld realiteit, maar door de collectieve val in het bewustzijn van de mensheid (de zogenoemde ‘zondeval’) zijn we deze ons (nog) niet bewust.

Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen (het bewustzijn van de duisternis) zijn voorbijgegaan.” (Openbaring 21:4)

En ook de dood zal niet meer zijn. God zal alles en in allen zijn. Het Godsbewustzijn vervult alles en iedereen, waarna het hemelse Jeruzalem op aarde zal neerdalen.

Klik hier om naar deel 4 van deze studie te gaan.

Als je graag door wilt praten over deze studie, dan zijn er verschillende mogelijkheden.
1) Kom een keer langs op de koffie. Stuur een berichtje via de contactpagina om een afspraak te maken. Er gaat niets boven een persoonlijke ontmoeting.
2) We kunnen ook online een gesprek voeren. Stuur me gerust een bericht via Messenger of maak een afspraak via de contactpagina voor een ontmoeting via Skype of Zoom.
3) Je kunt je eventuele vragen of opmerkingen ook stellen via de Facebook groep ‘Gods Masterplan’. Via deze link kun je jezelf aanmelden voor deze groep. In deze groep vind je ook de vragen van anderen met daarop de reacties.

Ben je door onze studies, blogs of door een (online) gesprek bemoedigd of heeft het je verder gebracht in je geestelijke groei? Overweeg dan een (kleine) financiële bijdrage, waarmee je ons ondersteunt in onze missie, een nieuwe Reformatie in de christelijke kerk van Nederland. Uw bijdrage is belasting aftrekbaar. Wil je een ander bedrag doneren dan de keuzemogelijkheden hieronder, klik dan hier.

Totaal: € -